Als er een ruiter jarig is (geweest) zingen wij altijd het Kapberglied.
Dit lied zingen wij met heel ons hart, maar niet te hard, anders schrikken de paarden.
Het gaat als volgt:
Zonder onze [voornaam ruiter] kunnen wij niet leven
Zonder onze [voornaam ruiter] kunnen wij niet zijn
Leve onze [voornaam ruiter] want hij/zij mag er wezen
Leve onze [voornaam ruiter] want hij/zij mag er zijn
Hiep hiep hoera
Hiep hiep hoera
Hiep hiep hoera
En lang zal die/ze leven
Lang zal die/ze leven
Lang zal die/ze leven in de gloria
In de gloria, in de gloria
Hieperderpiep, hoera
Hieperderpiep, hoera
Hieperderpiep, hoera
En voor [naam paard waar ruiter op zit]: Hoi!